,

Nieuwe column in de Volkskrant (5-1-2023)

Vandaag (donderdag 5 januari 2023) mocht ik een vaste columnist in de Volkskrant vervangen en als jeugdboekenschrijver wist ik gelijk waarover ik wilde schrijven. Deze vraag kreeg ik namelijk niet meer uit mijn hoofd sinds het Kinderboekenbal op 30 september 2022.

Dat was natuurlijk een leuk feestje en een eer om bij te zijn, maar ik voelde mij er net als de jongeren van 12-15 jaar ook nogal verloren. Of ik nu nog een uitnodiging ontvang voor het Kinderboekenbal 2023 is natuurlijk de vraag, maar daar kan ik wel mee leven als we daarvoor een Jeugdboekenweek óf een uitgebreidere Boekenweek van Jongeren (nu: 15-18 jaar) terugkrijgen.

Bekijk hier de column op Volkskrant.nl.

Waarom heeft de belangrijkste doelgroep als enige geen eigen Boekenweek?

Op 16 januari wordt het thema van de Kinderboekenweek 2023 bekendgemaakt en daar kijk ik als jeugdboekenschrijver (en moeder) naar uit. Toch zou ik nóg liever willen dat organisator CPNB iets anders bekendmaakt, namelijk dat we vanaf dit jaar ook een Boekenweek vieren voor de doelgroep 12 tot 15 jaar. Want zij zijn de grote afwezigen in het rijtje: Kinderboekenweek tot 12 jaar, Boekenweek van Jongeren 15 tot 18 jaar, Boekenweek 18+.

Nu kun je denken: ach, wat maakt één zo’n week nou uit?

Heel veel. Daarmee lossen we uiteraard niet de hele leescrisis op, maar het is een belangrijk signaal naar alle jongeren – ook die vanaf 12 jaar –, ouders, opvoeders, docenten, de samenleving als geheel, dat wij het jeugdboek even belangrijk vinden als het volwassen- en kinderboek. ‘Jeugd’ wordt in boekenland overigens door elkaar gebruikt; in dit artikel bedoel ik hiermee uitsluitend jongeren vanaf 12 jaar. Ze verdienen hun eigen leesfeestweek, waarin zij de hoofdpersonages van het verhaal zijn.

Verloren positie

Hun verloren positie doet me denken aan die van mijzelf op het Kinderboekenbal op 30 september 2022, de aftrap van de afgelopen Kinderboekenweek. Een grote zaal gevuld met louter lof en liefde voor het Nederlandse kinderboek, vanuit alle denkbare hoeken van het boekenvak. Kinderboeken zíjn ook hartverwarmend en ontroerend, wie wil daar niet voor juichen?

Er werd ons succes gewenst met onze ‘bomvolle Kinderboekenweek, gevuld met optredens, enthousiaste lezers, mooie verkopen’. En toen dacht ik: wat doe ik hier eigenlijk? Ik kon alle cava op het bal opdrinken, want mijn agenda was leeg. En niet alleen die van mij, want er zullen weinig jeugdboekenschrijvers zijn die tijdens de Kinderboekenweek op tournee gaan, aangezien alle promotie en activiteiten gericht zijn op het basisonderwijs.

Onze activiteiten zaten er reeds op – een handjevol in het kader van de Boekenweek van Jongeren die net iets eerder plaatsvindt. Gelukkig werd Tom de Cock, winnaar van het Beste Boek van Jongeren (van 15 tot 18 jaar) met Lily, nog wel even genoemd. Hij kreeg applaus, maar niet het podium.

Oscars voor boeken

Terwijl welverdiend Gouden Griffel-winnaar Yorick Goldewijk zijn dankwoord uitsprak, dwaalden mijn gedachten af. Ik fantaseerde dat er hierna nóg een prijs zou worden uitgereikt, voor het meest geprezen boek voor 12- tot 15-jarigen. Of, zoals dat gaat bij dagdromen, een soort Oscars voor jeugdboeken: beste verhaal, beste cover, beste titel, meest memorabele bij- en hoofdpersonage (biedt interessante opties). En dat de hele zaal dan even hard zou juichen en jubelen vanwege alle jeugdboeken van eigen bodem.

Natuurlijk ben ik niet de eerste – en hopelijk ook niet de laatste – die dit oppert. Volgens een mailreactie van de CPNB zijn jongeren van 12 tot 15 jaar ‘inderdaad een uitdagende groep qua lezen. Ze worden trouwens wel vaak meegenomen, bijvoorbeeld bij de Griffels en Penselen’.

Geen restjes

Dat is mooi, maar als het (lees)code rood is, is iemand meenemen gewoonweg niet genoeg. Een niet-gemotiveerde doelgroep gaat niet zelf grasduinen tussen ruim veertig Griffels en Penselen, of er misschien ook nog een titel voor hen tussen zit. En als je ze meeneemt, neem ze dan goed mee, bij de groep die ze beter past: jongeren, geen kinderen. Maak dan de Boekenweek van Jongeren breder (van 12 tot 18 jaar) en grootser (evenredig aan de Kinderboekenweek) en committeer je eraan voor de komende vijftig jaar.

Onderbouwjongeren verdienen een duidelijke, consistente plek in het Nederlandse leeslandschap – juist omdát ze zo’n uitdagende groep zijn qua lezen. Geen gezwalk van Gouden Zoenen (tot 2009) naar Gouden Lijsten (tot 2019) naar een restje Griffels en Penselen in de schaduw van kinderboeken (tot heden). Geen opheffing van campagnes en prijzen omdat ze ‘te weinig respons’ opleveren en jongeren ‘te moeilijk bereikbaar’ zijn. Als we zo makkelijk opgeven, komen we de leescrisis inderdaad nooit te boven.

Een uitgelezen voornemen voor 2023: gezamenlijk het jeugdboek van 12+ vieren met een breed gedragen campagne die doordringt tot elk medium, elke boekwinkeletalage, bibliotheek, huiskamer en, niet te vergeten, school. Want daar moeten al die moeilijk bereikbare jongeren toch naartoe.

Carlie van Tongeren is schrijver van jeugdboeken (12+) en vervangt deze week Danka Stuijver. Haar vijfde jeugdtitel ‘Grijs’ verschijnt deze maand bij uitgeverij Blossom Books.