Wat ben je stil.’ De vloek van de introvert. Nu ik mijn eigen introversie volledig heb geaccepteerd en in mijn voordeel gebruik, bewandel ik dertig jaar later exact hetzelfde pad met mijn dochter. Is het niet eens tijd voor herwaardering van introverte eigenschappen?

Deze gastcolumn verscheen op zondag 20 maart op volkskrant.nl/opinie.

Elk evaluatiegesprek, vanaf dat ze een jaar of twee is, kwam neer op dezelfde mix van verbazing en wat-moeten-we-hiermee: ‘Ze is wel erg stil.’ Of: ‘Ze speelt maar met één ander kindje.’ Zo kinderopvang, zo bso. Veelgehoorde samenvatting: ‘Ze heeft de hele middag niks gezegd.’

De basisschool. Aan het begin van een nieuwe kleutergroep kwam het onverwachte bericht dat er een gespecialiseerde medewerker naar onze dochter had gekeken. Dat leverde een paar stempels op, waarvan het laatste: ‘Of gewoon heel erg verlegen’.

O, dat vermaledijde woord. Met al mijn adrenaline toog ik naar mijn werkkamer en begon aan een mail terug. Een betoog, novelleformaat, voor meer kennis over en begrip voor de introverte mens.

Want als ongeveer een derde van onze bevolking introvert is, waarom worden ‘rustig’, ‘bedachtzaam’ en ‘de kat uit de boom kijken’ dan nog zo vaak als problematisch bestempeld? Hebben we liever dertig niet-rustige kinderen in een klas?

Geen sociale angst

Dergelijke vooroordelen leven ook in de volwassen wereld. Ze komen bovendrijven nu we teruggaan richting ‘normaal’. Volgens een gelukspsycholoog in Het Parool bijvoorbeeld, heeft juist de introverte mens er veel baat bij om na corona weer naar kantoor te gaan en onder de mensen te komen. ‘Door weer met alles mee te doen, wordt het brein getraind om je opnieuw in het sociale gedruis te storten.’ Anders zou de sociale angst alleen maar groter worden.

Maar het is nu juist geen sociale angst. Het is een verschil in behoefte en in ervaring. Ik kan niet zonder sociaal contact met vrienden, familie, onbekenden met wie ik diepere gesprekken kan voeren dan smalltalk. Maar ik wil niet met álles meedoen. Ik ben ook graag alleen, omdat ik dat fijn vind. En omdat ik het nodig heb om op te laden, zodat ik kan doen waar ik goed in ben. Alleen-zijn is geen synoniem voor zielig-zijn of angstig-zijn, en ook niet voor verlegen. We kunnen niet allemaal fulltime floreren in een kantoortuin.

Introverte mensen hebben andere kwaliteiten, zoals goed kunnen concentreren, luisteren en reflecteren. Een groot observatie- en inlevingsvermogen. Nadenken voordat ze iets zeggen en rustig blijven in stressvolle situaties. Het langetermijndoel voor ogen houden zonder een directe beloning nodig te hebben.

Het is tijd voor een herwaardering van deze introverte eigenschappen. Bezinning en beschouwing zijn zeer welkom in onze hedendaagse maatschappij.

Stilte waarderen

Uiteindelijk leverde het goede, inhoudelijke gesprekken op met deze kleuterleerkracht. De specialistische hulp werd afgewend door te vragen om iets eenvoudigs: geduld.

Ik gaf de tip die mijn moeder dertig jaar geleden aan mijn kleuterjuf gaf: haal haar uit de groep en vraag een op een wat je wilt weten. Die werkte opnieuw. Na de herfstvakantie kwam onze dochter los, zoals elk schooljaar eigenlijk. Dan kletst ze, in kleine groepjes, te veel in plaats van te weinig en over haar leerprestaties hoeft niemand zich zorgen te maken.

Toch had ik graag gezien dat er in dertig jaar meer was veranderd. Dat we kinderen de tijd geven om te wennen. Dat we niet meteen met allerlei labels aankomen – die kinderen zelf ook horen – terwijl het woord ‘introvert’ nul keer viel in zeven jaar tijd. Dat we boven ons eigen ongemak kunnen staan in plaats van nog méér boven op deze rustige kinderen duiken, met als enige resultaat een gevoel van falen. En het liefst dat we de stilte leren waarderen. Soms is stilte ongemakkelijk, maar juist in dat ongemak zit groei.

Humor en hinkelen

Ik waardeer mensen die humor of creativiteit aanwenden om contact te maken met kat uit de boom kijkende kinderen. Zoals onze huisarts (sowieso een geweldige arts), bij wie we onlangs waren voor haar zere voet. In plaats van zittend te praten over die voet, vroeg hij haar om te hinkelen. De dokter hinkelde mee, en haar vader moest ook meedoen, want dat was wel zo eerlijk. Het idee was fantastisch, de uitwerking ook.

En toen was daar twee weken terug de kijkzwemles, waarin onze dochter een compliment kreeg van de zwemleraar: ‘Kijk allemaal even naar die rustige, perfect uitgevoerde rugslag!’ riep hij met luide stem door het rumoerige zwembad.

Rust als kracht. Het ontroerde me – wat mijn dochter overigens overdreven vond. Die ging onverstoorbaar door, op naar het volgende baantje.

Carlie van Tongeren is auteur van jeugd- en non-fictieboeken. In maart is ze gastcolumnist voor volkskrant.nl/opinie.