De stroom berichten over seksueel grensoverschrijdend gedrag lijkt eindeloos. Elke dag nieuwe slachtoffers en vermeende (bekende) daders. Je zou haast denken dat we beter af zijn als seks gewoon niet bestond.

Dit is mijn vierde en laatste gastcolumn voor de Volkskrant. Lees deze gastcolumn op volkskrant.nl/opinie

Die gedachte heb ik lang gehad, nadat mijn seksuele leven op mijn 14de begon met een aanranding waarover ik vier jaar zweeg. Gelukkig voelde ik, dwars door alle negatieve gedachten, gevoelens en ervaringen, óók een sterke drive dat ik een leuk seksleven wilde.

De vraag was wel: hoe? Want zo veel als we roepen over seksueel geweld – hoe we het kunnen voorkomen, de details die haast lijken op ‘traumaporno’ – zo oorverdovend stil zijn we daarna. Als je gaat zoeken, is de kans groot dat je uitkomt bij Van weerzin naar weer zin, het boek dat ik samen met seksuoloog Ingeborg Timmerman eind 2021 uitbracht, omdát je er dus nauwelijks iets over vindt.

Denken dat je klaar bent en meteen weer leuke seks hebt na (trauma)therapie, is een misvatting. Net als het idee dat alles vanzelf goedkomt met een lieve, betrokken partner. Seksualiteit en je kijk op seks zitten voor een heel groot deel in jezelf.

Inzicht op de oprit

Ik herinner me nog goed dat ik als 18-jarige op onze oprit een belangrijk inzicht kreeg: o, maar het is ook de bedoeling dat ík van seks geniet. Dat opschrijven klinkt nogal onnozel. Dat noteerde ik ook in de zijlijn toen mijn boek nog een wordbestand was: ‘Misschien heel stom dit haha!’

Inmiddels gun ik iedereen die een nare seksuele ervaring heeft opgedaan zo’n opritmoment. Zo’n moment dat je beseft hoe belangrijk het is dat je allebéi plezier beleeft. Dat niemand seks geeft en niemand seks krijgt, maar dat je het samen hebt. Dat gedeeld plezier het grootste plezier is dat je kunt bereiken. Omdat gewenste aanrakingen helend en fijn zijn. En gewenste seks verbindend en ongelooflijk lekker.

Het is iets hardnekkigs dat vooral veel vrouwen hun eigen seksualiteit niet belangrijk genoeg vinden of maken. Dat er zo’n grote orgasmekloof bestaat. Nu helpt het klassieke beeld, van de vrouw die minder zin heeft dan de man, ook niet mee. Van die films waarin vrouwen één keer per jaar seks aan hun man ‘geven’, voor zijn verjaardag. Of deze week nog, zo’n grappig bedoelde kop in de Metro: ‘Vrouw vindt in bed niéts lekkerder dan… lekker fris beddengoed’. Huilen met de pet op. Laten we alsjeblieft ándere beelden verspreiden.

Stap overgeslagen

Ik weet niet alles meer van therapie – twintig jaar geleden inmiddels – maar ik weet nog wel dat het niet vaak over seks ging. Ja, over de aanranding, maar niet over leuke seks. Behalve die ene keer dat mijn toenmalige vriend meeging.

Later vroeg ik me af waarom we dat zo doen: van traumaverwerking, hup, naar seks met een ander. Terwijl daar van alles bij komt kijken wat het moeilijk maakt om in contact te blijven met jezelf: afstemmen, de wensen van de ander – of zijn ze toch van mij? Help!

Waarom slaan we onze eigen seksualiteit over? Onze eigen verlangens en wensen? Dit is voor slachtoffers van seksueel geweld niet vanzelfsprekend. Want wanneer seks je is opgedrongen, is je seksualiteit niet van jou maar van een ander. Mogelijk houdt het ons tegen dat plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag hun eigen verlangens juist te veel op de voorgrond plaatsen.

Het is zo helpend als je jezelf ruimte geeft, en tijd met jezelf (en je lijf en geslachtsdelen). Als je jezelf even belangrijk maakt als de ander. Als je leert onderscheid te maken, zodat al die nieuwsberichten over ongewenste seks niet je beeld van gewenste seks negatief kleuren.

Zalige witte peignoir

Onze vrouwelijke seksualiteit is gekaapt door de (mannelijke) commercie, en we moeten ons afvragen hoe we die terugveroveren, stelde theatermaakster Ola Mafaalani in het inspirerendste interview dat ik in tijden las.

In haar sabbatical ging ze op zoek naar haar feminiene kanten, ze volgde vele workshops over vrouwelijke seksualiteit. Een van de opdrachten was: koop vijf lingerie-items die je uit jezelf nooit zou dragen. Ze kocht onder andere een doorschijnende witte peignoir, ‘met een superzacht bontrandje dat ik alsmaar wilde aaien, zalig! Ik ben er zelfs mee gaan stofzuigen, in dat ding, op zúlke hoge hakken.’ Met humor wuifde ze het pornobeeld van de sexy, serviele huisvrouw weg.

Sindsdien denk ik elke dag aan Ola in die peignoir. Niet omdat ik van dat beeld opgewonden raak, maar vanwege de manier waarop zij omgaat met haar seksualiteit. Dat ze zichzelf de ruimte gunt om die (opnieuw) uit te vinden, met een aansprekende krachtige zachtheid.

Ik hoop dat het elke vrouw inspireert haar eigen witte peignoir te vinden.

Carlie van Tongeren is auteur van jeugd- en non-fictieboeken. Over seksualiteit schreef ze ‘Van weerzin naar weer zin’ en ‘Zin in seks’. In maart is ze gastcolumnist voor volkskrant.nl/opinie.