De oliesjeik
Peter Goedvolk heeft met Argos Oil de afgelopen 25 jaar laten zien dat hij niet bang is zijn nek uit te steken. Zijn oliebedrijf is uitgegroeid tot een miljardenonderneming, en hij heeft een voortrekkersrol in de biodiesel-industrie. “Soms vind ik het wel jammer dat olie niet uit de energiemix is weg te denken.”
Door Carlie van Tongeren
Sprout, 2009
Het bekendste verhaal over Goedvolk is waarschijnlijk dat van het ene busje, waarmee hij 25 jaar geleden als ondernemer startte. Hij lacht. “Ja, dat verhaal komt iedere keer terug, tot vervelens toe! Dan denk ik: daar gaan we weer.” Toch is hij er trots op, want het is en blijft een mooi verhaal. Een ondernemer die zijn bedrijf laat groeien van een oliehandeltje bestaande uit één tankwagen, chauffeur en secretaresse tot een bedrijf met een heel tankwagenpark, bijna vijfhonderd medewerkers in dienst en een omzet van zo’n anderhalf miljard euro.
Goedvolk begon op 26-jarige leeftijd in de Hoeksche Waard en ging zelf langs de deuren om zijn brandstoffen en smeermiddelen te slijten aan ondernemers. Na een aantal kleine acquisities deed hij goede zaken door de overname van Argos, een Vlaardings bedrijf dat schepen in de Rotterdamse haven voorzag van brandstof. “Niemand kan ons voor de voeten gooien dat we niks hebben gedaan om te groeien.”
Zoals het een echte ondernemer betaamt, kijkt Goedvolk liever vooruit. “Niet dat ik het verleden vanzelfsprekend vind, maar het laatste wat ik zou willen is in een soort zelfgenoegzaamheid ten onder gaan. Het is iedere dag weer hard werken, bij de les blijven en proberen de zaak verder uit te breiden.”
Het ondernemer willen worden zat er al vroeg in. “Echt vroeg. Ik werkte al op mijn dertiende; een krantenwijk, bij de bakker, op het land, als badmeester. Ik heb altijd mijn tijd gevuld met werken, of dat nou in de vakantie, op vrijdagmiddag of zaterdag was.” Hij bedenkt zich: “Nou, zaterdag ging ik liever voetballen.” Bij alle baantjes probeerde hij op zijn netvlies te krijgen: wat zou ik hiermee willen doen? “Toen ik bij de bakker werkte, dacht ik: goh, ik zou wel een eigen bakkerij willen hebben. Maar toen ik in de banden en in de granen zat, had ik hetzelfde. Het was duidelijker dat ik ondernemer wilde worden dan waarin precies.”
IJskast
Toch is hij blij dat hij uiteindelijk in de oliebranche verzeild is geraakt. “Het is een uitdagende branche, waarin veel gebeurt. Olie is steeds meer energie geworden. We hebben hele hoge en hele lage olieprijzen meegemaakt, en de krachten- en machtenvelden veranderen steeds.” Goedvolk leerde over de vele facetten van de oliewereld bij Total. De Franse oliemaatschappij was toentertijd erg hiërarchisch, maar dat vond hij niet erg. “Je kunt natuurlijk niet als directeur ergens beginnen.”
Niet alles aan olie is leuk, weet Goedvolk. “Het grote nadeel is – maar dat zal iedere ondernemer in deze branche zeggen – dat het een vrij kapitaalintensieve business is. Er is veel werkkapitaal nodig, want de investeringen zijn over het algemeen hoog.” Hij voegt er snel aan toe: “Maar ik zit niet te klagen, hoor, dan had ik wat anders moeten zoeken.”
De crisis maakt het er niet makkelijker op. Als iedereen wat minder gaat besteden, sijpelt dat vanzelf door in de afname van brandstofproducten voor schepen of vrachtauto’s. Bovendien blijven banken liever op hun geld zitten, wat de hoge investeringen bemoeilijkt. “Voorlopig valt het voor Argos nog mee, kan ik gelukkig zeggen. Maar het zou naïef zijn om daarvoor de ogen te sluiten. Als we niets doen om te groeien, dan zouden wij ook geconfronteerd worden met terugval.” Is het al tijd om plannen in de ijskast te leggen? “We hebben wel een aantal plannen nog eens kritisch bekeken, ja. Maar de ijskast is nu nog leeg.”
Schommelende olieprijzen
Bovenop de kredietcrisis kwamen ook nog eens schommelingen in de olieprijzen, variërend van het historisch hoge niveau van bijna 150 dollar per vat tot het huidige, vijfjarig dieptepunt van 33 dollar. Daarvan zegt Goedvolk “niet zo heel veel” last te hebben gehad. “Om de doodeenvoudige reden dat wij geen producent zijn.” Argos zit niet in het zogeheten upstreamsegment, waar de schommelingen de meeste impact hebben. De onderneming is vooral actief in de downstream – de verkoop van olieproducten – en de midstream – het raffineren, blenden en opslaan ervan. Argos is geen positiespeler en dekt het risico van zijn productenstroom af door te hedgen. Goedvolk heeft wel even gebaald dat hij geen olieproducent was. “Dan hadden we vorig jaar ontzettend veel geld verdiend. Maar dan hadden we nu ook met pijn in onze buik moeten constateren dat de prijs met tweederde is teruggelopen. Nu ben ik er dus wel blij mee.”
Argos heeft ondanks de crisis de afgelopen tijd wel een aantal overnames gedaan en nog enkele opties in de koker zitten. De meest recente overname in Frankrijk wordt op dit moment afgerond. “Feitelijk heb je een primeur”, zegt hij. “We zitten nu in de laatste fase. Het gaat om een bedrijf met energieachtige activiteiten en opslag in Frankrijk, met meer dan honderd werknemers en een substantiële omzet.” Hij noemt het een “uitdagende overname”, omdat Frankrijk geen makkelijke markt is voor buitenlandse ondernemers.
Goedvolk wil graag een grotere speler worden in West-Europa. “Als je diep in mijn hart kijkt, wil ik graag onze activiteiten in de Benelux, Duitsland en Frankrijk optimaliseren.” Daar ligt nog een groot werkgebied waar Argos zich meer in de kijker wil spelen. “Als je kijkt naar de hoofden van de bevolking – die echt niet allemaal potentiële klanten zijn, hoor – dan ga je wel ineens van zestien miljoen naar een miljoen of 180 met Duitsland en Frankrijk erbij.” Hij trekt duidelijke grenzen waar hij wel en niet heen wil. “Als je me nu vraagt: joh, gaan jullie ook naar Italië of Griekenland? Dan zeg ik nee. Ook van Oost-Europa, waar we altijd een goed luisterend oor hebben gehad, zeggen we: nu even niet. Laten we het eerst goed doen in de omringende landen, met als fundament Nederland.”
Allesverslinder
Is dat het speerpunt van Argos: groei, groei en nog eens groei? “Nou, dan lijkt het net of je het hebt over een allesverslinder die zich wil profileren als: zie eens hoe wij het allemaal voor elkaar hebben gekregen. Ik steek persoonlijk niet zo in elkaar; ik weet mijn ego wel ondergeschikt te maken aan de business die wij doen”, vertelt Goedvolk. “We groeien hier niet om het groeien. Wel moet je in deze branche een stevig fundament hebben en proberen de zaak iedere keer uit te breiden. Je moet het relatief klein heel goed doen of je moet een stuk groter worden om het goed te doen.” Hij noemt het nu kritische massa. “Vroeger gebruikte ik wel eens de slogan: massa maakt de kassa. Tot iemand intern tegen me zei: nu moet je eens ophouden met die oubollige slogan. En ik vond dat hij gelijk had.”
Heeft Goedvolk nog wel dromen met zijn bedrijf, nu hij afstevent op een omzet van twee miljard euro? “Ja, ik heb zeker dromen”, zegt hij. “Zo groot worden als Shell zou niet realistisch zijn. Ons fundament is groot genoeg om door te kunnen groeien, maar veel te klein om überhaupt zulke dromen te hebben.” Zijn dromen liggen daarom minder hoog. “Shell en BP moet je zien als de top van de Champions League. Wij zouden graag een goede speler zijn in de top van een paar divisietjes lager.” Wat Argos wel doet, is profiteren van de oliereuzen, door in te springen op markten waar de giganten geen heil meer in zien. Zo deed Argos een “succesaankoop” door in 2007 autogasleverancier BK-Gas over te nemen van Shell.
Biodieselpionier
Argos is allang geen gewone olieboer meer. Goedvolk heeft laten zien dat hij niet bang is zijn nek uit te steken. “Ik ben geen gokker, maar ik durf wel andere wegen in te slaan waar je enig risico loopt. Bij business opportunities laat ik de plussen vaak zwaarder meewegen dan de minnen”, aldus de positieve ondernemer, die weet dat je daarvoor “soms wel wat leergeld moet betalen”.
Naast de verbreding naar autogas ontpopte het bedrijf zich als een pionier op het gebied van biobrandstoffen. “Daar spraken we in ’98 of ’99 al over. Het is niet gekomen na de Al Gorefilm dat we dachten: nu gaan we daar ook wat aan doen”, zegt Goedvolk. De simpele reden is dat Argos “toch al leverancier was van de minerale tegenpolen”. Bovendien had hij genoeg van het oeverloze gezwets. “Er werd ontzettend veel over gesproken, iedereen wist er wel het zijne over te vertellen, maar vervolgens werd er helemaal niks mee gedaan”, vertelt hij zichtbaar geïrriteerd. “Toen hebben wij als onderneming gezegd: we gaan onze ideeën op dit gebied echt uitrollen.” Is hij zo’n fervent milieuliefhebber? “Ik vind milieu heel erg belangrijk, voor iedereen. Maar je hebt hier geen milieugoeroe of Greenpeace-voorman voor je zitten, hoor. Het is een combinatie: het is goed voor het milieu, maar daarbij wil ik niet onvermeld laten dat we gewoon een commerciële organisatie zijn. Vroeg of laat moeten we er wel wat mee kunnen verdienen.”
Het biodieselavontuur wordt nog steeds gefinancierd met geld uit de oliebusiness, want break-even draaien is na al die jaren nog steeds een brug te ver. “Het is moeilijk. We zijn nog niet beloond voor onze voortrekkersrol.” Zonder alles af te willen schuiven, vindt hij dat de Nederlandse regering het ondernemers niet makkelijk maakt. Goedvolk legt uit dat een liter biodiesel ongeveer twee keer zo duur is als een gewoon litertje, omdat de regering nooit een accijnsmaatregel heeft ingevoerd. “Dat koopt natuurlijk niemand. Op een of andere overheidsinstantie na dan.” De benzine wordt daarom pas aan twee Argos-pompen verkocht en via wat collega-maatschappijen.
Producent worden
Goedvolk wil verder gaan door zelf producent van biodiesel te worden. Naar verwachting opent Argos in april zijn eigen fabriek in Pernis, vlakbij het hoofdkantoor in Hoogvliet Rotterdam. Per jaar moet daar 250.000 ton biodiesel geproduceerd worden. “Dat betekent dat we grootschaliger biofuel kunnen gaan verkopen. Dan kunnen we laten zien dat het echt menens is.” Verder bekijkt Goedvolk de mogelijkheden om zelf energiegewassen te verbouwen voor de productie van biobrandstoffen. “Het staat niet op een laag pitje. Maar omdat de overheid terughoudend is met betrekking tot producten als koolzaad, zonnebloemen, soja en palmolie, word je dat zelf vanzelf ook een beetje”, legt de ondernemer uit.
Kan het gebeuren dat Argos door terughoudendheid van de overheid ooit zijn milieuvriendelijke stokpaardje vaarwel zegt? “Er komt een moment dat je een zakelijke beslissing moet nemen. Je kunt niet eeuwig zo doorgaan. Maar zo ver zijn we nog niet. Ik ga ervan uit dat het op een bepaald moment een normaal rendement haalt”, zegt Goedvolk overtuigd. Alle milieuvriendelijkheid ten spijt: olie is en blijft de motor van Argos. “Olie is voorlopig niet weg te denken uit de energiemix. Daar moeten wij onze centen mee verdienen, dus die stroom kunnen we echt niet missen. Soms vind ik dat wel jammer”, geeft hij toe. “Ik denk dat er meer ruimte gemaakt zou moeten worden voor alternatieve energie. Wij willen daar aan meedenken en zaken voor doen, maar wij kunnen niet in ons eentje de wereld veranderen.”
Zijn mobieltje trilt op het tafelblad. “Deze moet ik even nemen, hoor”, zegt hij, terwijl hij zijn kantoor uitloopt. Drie tellen later: “Hè, net te laat. Waar waren we gebleven?” Heeft deze drukke ondernemer nog geen zin om met vervroegd pensioen te gaan en alle onrust van een eigen onderneming achter zich te laten? Als we Quote mogen geloven, is Goedvolk toch allang binnen. Hij was de negende hoogste binnenkomer in de Quote-lijst van 2008. “Ja, dat heeft me best bezig gehouden, ik was er wel door verrast.” Een grote rol speelt zijn vermogen echter niet. Hij voelt zich niet onveilig, rijdt nog rustig heen en weer naar zijn kantoor in Rotterdam-Hoogvliet.
“Ik ben nog lang niet van plan om op te stappen. Wel vind ik dat je kritisch naar jezelf moet kijken. Als je ziet dat je mensen in de weg gaat zitten of de continuïteit van je bedrijf in gevaar brengt, moet je niet blijven zitten. Dan is het bedrijf beter af zonder jou.” Misschien geen leuke gedachte, maar die sentimenten probeert Goedvolk zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Wie er later op zijn stoel komt te zitten, staat nog volledig open. Dat kan een van zijn kinderen zijn, een ander bedrijf of het huidige management. “Maar eigenlijk ben ik er nog niet mee bezig wie er over tien, vijftien jaar op die stoel komt te zitten. Ik zit er voorlopig nog wel even.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!