Een persoonlijk happy end – of happy beginning?
Als schrijfster en lezer hou ik van een happy end, en ook in het echte leven natuurlijk. In mijn vorige blog schreef ik over onze molazwangerschap (2017) en het lange herstel. Dit blog is ons happy end: de langverwachte gezonde zwangerschap en geboorte van onze zoon Neil.
Op 31 augustus 2018 – precies een jaar nadat we die lelijke grijze wolk op het echoscherm zagen – schreef ik dat ik weer gezond was en dat we proostten op het zware jaar dat we achter ons lieten: “We zijn terug bij start en soms is dat wat je in het leven moet vieren.” Hoe ging het daarna verder?
Dat we die zomer groen licht kregen van de gynaecoloog was geweldig, maar óók wennen: van absoluut níet zwanger mogen worden naar het liefst nu meteen zwanger worden. Ik werd ineens helemaal niet meer ongesteld; ovulatietests kwamen onze badkamer in (Kruidvat: altijd vruchtbaar; Clearblue: nooit vruchtbaar).
Mijn obsessie voor fietsen met twee kinderzitjes vierde weer hoogtij. Want dat stond symbool voor iets wat mij nooit zou lukken: óf omdat ik nooit twee kinderen zou krijgen óf omdat het leeftijdsverschil zo enorm zou zijn dat ze nooit samen bij me op de fiets zouden zitten.
Terugkijkend raakte ik kort na het schrijven van die woorden in verwachting van ons zoontje, Neil. Hoe bijzonder! Omdat alles rondom zwangerschap behoorlijk beladen was geworden, deed ik in mijn eentje een zwangerschapstest beneden, terwijl mijn vriend en dochter Nola (toen bijna 4 jaar) nog boven aan het tandenpoetsen waren.
“Ik ben zwanger”, fluisterde ik boven het dienblad met hagelslag en pindakaas, omdat we Nola er dit keer zo lang mogelijk buiten wilden houden. Ze was al te veel betrokken geweest bij het ‘het rommeltje’, zoals de mola bij ons thuis heette. En ook omdat we het zelf gewoon niet konden geloven…
Intens blij én intens bang
Ik was intens blij én intens bang – dat is de beste omschrijving van hoe ik me de hele zwangerschap heb gevoeld. De eerste weken waren het zwaarst. Als je een mola hebt gehad, is de kans namelijk licht verhoogd dat je opnieuw een mola krijgt. In cijfers is die kans nog altijd maar 1%, maar die ene procent hield me de hele dag bezig: “Kijk, ik word nu al zo dik, ik heb weer een mola.” En: “Zie je wel, ik ben weer zo super misselijk.”
Na 7 weken kreeg ik een vroege echo, vooral om een mola uit te sluiten, en die 2 weken wachten duurden ein-de-loos. Ik wist niet wat ik met mezelf áán moest toen we een kwartier te vroeg over het parkeerterrein van het echocentrum liepen (en mijn vriend ook niet ). Ik wilde zó graag deze eerste echo – eindelijk een kans op een nieuw kindje! – maar ik wilde niet dat die kans voorgoed verkeken zou zijn. Want dat had ik vooraf besloten: als het nu weer een mola is, dan houdt het voor mij op.
En toen zagen we geen wolk, maar een helder beeld van een of ander friemeltje met het allermooiste erin wat je kunt zien: een kloppend hartje. Onze klamme handen ineen, tranen van opluchting, de zwaarste last van onze schouders.
De angst bleef
Toch bleef de angst bij me: voor een miskraam die eerste periode, voor down of een andere ernstige afwijking, voor een vroeggeboorte, voor een doodgeboren kindje bij de bevalling. Ik was bang voor alles wat er mis zou kunnen gaan. Het klinkt raar, maar dat gaf niet. Ik had ook niet verwacht dat ik ooit weer ontspannen zwanger zou kunnen zijn. Ik begreep mezelf en kon het accepteren.
Ik genoot van kleine dingen, zoals het delen van deze zwangerschap met Nola. Dat ze steeds ‘die hele gekke navel’ aan wilde raken en tegen mijn groeiende buik aan een boekje las of filmpje keek, en dat haar broertje of zusje (want we wisten het geslacht niet) tegen haar aan schopte. Aan Nola liet ik mijn bezorgdheid niet zien, maar hield ik het luchtig. Daardoor voelde het voor mezelf ook even luchtiger.
42 weken wachten
Net als vorige keer stevende ik weer af op de 42 weken en ik was er helemaal klaar mee. Mentaal, omdat ik nu eindelijk van die onzekerheid af wilde. En fysiek, omdat ik vanaf 38 weken niet meer kon lopen en als een potvis steeds dieper wegzakte in de bank. Ik twijfelde of ik eerder ingeleid wilde worden: elke dag dat ik wachtte, zou ik misschien wel een bevalling kunnen meemaken die spontaan begint, begeleid door mijn eigen verloskundige (Baren&zo in Deventer). En het voelde ook als falen om die 42 weken niet vol te maken (o die redelijke hormonen…).
Bij de laatste controle in het ziekenhuis – 41 weken, in roze ziekenhuisrolstoel – trof ik ook nog de warme (ahum) verpleegkundige die zei: “Ah joh, moet je gewoon achteruitlopen, dat helpt.” Ja, ga jij zelf lekker achteruitlopen, dacht ik, en toen de controles klaar waren, zei ik ineens daadkrachtig: “Ik wil graag eerder ingeleid worden.” Dat werd maandag 20 mei 2019 om 8.00 uur.
Gelukkig kwam het deze keer na het breken van de vliezen vanzelf op gang. Een bevalling zonder weeënopwekkers was al een totaal andere ervaring: soms nog met elkaar kunnen praten en eten binnenhouden, wauw! Bij de eerste controle hevig teleurgesteld over de tráágheid van die eerste cm’s (“Dit zou toch zo snel gaan bij een tweede??!!”), maar daarna kwamen we in de flow, de cocon van een bevalling waarin de kraamsuite de hele wereld is.
Om 15.23 uur werd onze baby geboren. Hij huilde niet meteen, maar ik kan me niet herinneren dat ik ook maar een seconde bang ben geweest. Tegen de tijd dat ik me eindelijk had omgedraaid om mijn baby aan te pakken, huilde hij, was hij gecheckt én hoorde ik dat het een jongetje was. Van ruim 4,7 kilo. Dus toen waren we allemaal opgelucht dat ik deze mooie maandag had uitgekozen.
Dit gaan we dus echt nooit meer doen
De angst van de zwangerschap was meteen verdwenen: ik voelde dat Neil het kon en dat ik het kon. Ons babyavontuur kon nu écht beginnen. Mijn vriend en ik keken die avond naar Neil in het glazen bakje tussen ons in en zeiden: “We waren nu een nog beter team, hè?” En meteen daarna: “Dit gaan we dus echt nooit meer doen.”
Tijdens de moeilijke maanden dat ik niet zwanger mocht worden en de hele wereld om me heen dat wel werd (althans, zo beleefde ik dat), had ik vaak genoeg gedacht of gezegd: ik wil dolgraag een baby die ik 10x per dag borstvoeding moet geven of met wie ik ’s nachts beneden moet zitten omdat hij niet wil slapen. Want wij wachtten al zo lang, wij zullen alles omarmen en waarderen.
Ja, natuurlijk deed ik alles met liefde, maar zingend borstvoeding geven of engelengeduld hebben als hij niet wil slapen op een tijdstip dat je zelf écht niet wakker wilt zijn: zo werkt het dus ook weer niet… Het was even zwaar als vorige keer – zwaarder, omdat we al een meisje van 4 jaar hadden rondlopen, dat overdag niet meer sliep.
En nu ben je alweer 1 jaar!
En vandaag ben je 1 jaar, officieel baby-af. Ik heb alle baby-mijlpaal-fotokaarten voorbij laten gaan. Over je zus schreef ik tijdens mijn verlof een verhaal van 6 (!) kantjes over de bevalling en kraamtijd. Jij moest een jaar wachten op dit blog. Maar lieve Neil, wat heb ik dit eerste jaar van je genoten:
- Van het urenlang zitten in Het Hoekje op de bank (de kussens altijd op dezelfde manier gestapeld), overdag als Nola op school was en ’s avonds als je niet alleen naar bed wilde (eh, wilt).
- Van het wiegje naast ons bed en jouw handje vasthouden door de spijlen heen.
- Van jouw lach, want je lacht zoveel als wij drieën bij elkaar.
- Van het samen dansen op muziek van Neil Young als je darmkrampjes had.
- Van jouw kleine handjes door mijn haren tijdens het drinken (voor jou doe ik nog steeds elke voeding mijn haren los).
- Van de groeiende band met je grote zus, nu je kunt kruipen, zitten en staan en we door corona extra op elkaar zijn aangewezen.
Happy end met twee kindjes
Die band en dynamiek tussen twee kindjes, dát is wat ik het allerliefste wenste en ik ben dankbaar dat we dat mogen meemaken. Het ‘enorme’ leeftijdsverschil van bijna 4,5 jaar – waar ik zoveel verdriet om heb gehad, omdat dat toch helemaal niet leuk zou zijn – daar denk ik nu nooit meer aan.
Behalve aan hoe fijn het is om ook tijd met Neil alleen door te brengen als Nola op school zit. En nog even over die fietszitjes: ik fiets nu dus wél met twee kindjes op de fiets, omdat onze dochter van inmiddels 5 jaar nog niet de beste fietser van de wereld is. Dat zal vast geen toeval zijn.
Ik hoop dat alle moeders (in wording) die nu door die lange, nare en onzekere mola-molen heen moeten, of die door een miskraam of om welke reden dan ook geduld moeten opbrengen, hoop halen uit ons happy end. Of eigenlijk is het natuurlijk een happy beginning van een heel nieuw hoofdstuk.
Dit verhaal verscheen op 20 mei 2020 op ikbenzwanger.com.