In loving memory of …
Er zijn mensen die je ontmoet en nooit meer vergeet. Olenk was zo iemand. Hij woonde in kampung Karang Taruna, vlak bij ‘mijn’ vrijwilligershuis. Hij was innemend, een gangmaker en als hij zong, was iedereen stil. Hij nam me mee naar ontelbaar veel huizen, verjaardagen en bruiloften van vrienden/familie/kennissen, naar de karaokehokjes waar we steeds dezelfde liedjes zongen en naar het belangrijkste hindoefeest. Hij kon óók ontelbaar veel niet-leuke sms’jes sturen en ongelooflijk dramatisch doen. Onze vriendschap was in één woord: intens.
Ik zag Olenk opnieuw, tijdens mijn reizen in 2011 en 2012. Daarna hielden we contact via Facebook, maar, zoals dat gaat, werd dat minder. 2020 was het eerste jaar zonder contact. Dat hij ernstig ziek was geworden, wist ik niet, en toen kreeg ik ineens een berichtje: Olenk rip.
Plekje in mijn boek
Het geeft me al dagen een raar, misselijk gevoel en het raakt me meer dan ik kan plaatsen. Is het het besef dat het ineens over kan zijn? Dat het naïef was om te denken dat ik hem nog wel een keertje zou zien, later? Dat het zo oneerlijk verdeeld is in de wereld, qua kansen en gezondheidszorg? Dat ik spijt heb dat ik niet nog eens een berichtje heb gestuurd, om te vragen hoe het ging? Maar dat ene berichtje had niks veranderd aan de situatie. Aan het leven dat oneerlijk, ongelijk en gewoon ontzettend klote kan zijn.
Ik heb nooit geweten hoe oud hij precies was; een goed bewaard geheim. Nu weet ik dat hij 35 is geworden.
Lieve Olenk, ik hoop dat je lichaam rust heeft gevonden. Als ik nog iets tegen je had kunnen zeggen, zou het zijn hoe een chat met jou altijd eindigde: ‘I hope you are always fine and happy, hati-hati.’ (doe voorzichtig)
Morgen ga ik weer verder schrijven. De foto’s bekijk ik nu met een ander gevoel. Maar kampung Karang Taruna krijgt een plekje in mijn boek; net als jij, als een personage dat toch nog even voorbij kan komen lopen.