Zomerblog 2: wat is waargebeurd in ‘Het meisjesmanifest’?
‘Welke dingen zijn waargebeurd?’ is een vraag die ik geregeld krijg over mijn boeken. Die bood me inspiratie voor deze zomerreeks: per Young Adult-boek vertel ik wat er is gebaseerd op échte ervaringen, van grote verhaallijnen tot piepkleine details. Vandaag: mijn 2e YA Het meisjesmanifest!
- Net als in Heerestraat & Rozenlaan is een grote verhaallijn gebaseerd op mijn eigen ervaring: die van Sara, die moet dealen met een PTSS na ongewenste intimiteiten. Wat Sara meemaakt is precies mijn eigen ervaring. Alleen was ik daar pas bij het verschijnen van de nieuwe editie (voorjaar 2022) open over en daarom schreef ik toen een nieuw persoonlijk nawoord!
- Ik heb in Sara’s verhaal veel persoonlijke dingen verweven, zoals de handgeschreven therapie-opdrachten uit mijn eigen therapieboekje (o.a. de brief die ze schrijft aan haar aanrander, die is van mijzelf, aangepast voor dit verhaal). Ook het kaartje dat Sara van haar moeder krijgt heeft precies dezelfde voorkant als dat van mij.
- De hond van Kati in Het meisjesmanifest heet Droef en is een Franse basset (ook wel huspuppy genoemd), en dat is precies de hond die wij vroeger hadden, inclusief zijn naam! Hij was zo leuk en ging veel te jong dood (8 jaar) en het was fijn om hem zo weer tot leven te brengen.
- Sara ontmoet op een gegeven moment een leuke jongen bij rugby. In hun eerste awkward gesprek vraagt Finn of zij wil checken of hij vogelpoep op zijn schouder/bovenrug heeft. Toen ik Het meisjesmanifest aan het schrijven was in een studio in Noordwijk, maakte ik elke dag strandwandelingen. Op 1 wandeling vroeg een man dit aan mij! (Eerst dacht ik: pfff is dit een serieuze vraag of wil je iets anders? En daarna dacht ik: HA! Perfecte zin voor Finn!)
- Tess, Sara en Kati werken in de horeca en dat heb ik zelf vroeger ook gedaan. Ik kon eindelijk mijn ergernissen van toen (zoals over veel te veel mensen die tegelijk cappuccino bestellen – DRAMA) voor de goede zaak gebruiken haha!
- Net als Tess kreeg ik ook te maken met slutshaming. Vooral omdat ik opgroeide in een dorp met meer sociale controle dan me lief was. Dat gevoel dat meiden het nooit goed doen op seksgebied (óf preuts óf slet) en de frustratie daarover, herken ik zeker.
Lees ook zomerblog 1: Wat is waargebeurd in Heerestraat & Rozenlaan?